De kunst van het niksen: waarom even niets doen juist zo goed is

Stel je voor: je zit op de bank, staart uit het raam en doet… helemaal niets. Geen telefoon in je hand, geen podcast op de achtergrond, geen lijstjes in je hoofd van wat er nog moet gebeuren. Gewoon zitten, ademen, en verder niets. Klinkt simpel, maar in een wereld waarin ‘druk zijn’ bijna een status symbool is geworden, voelt dit voor velen als een verloren kunst.
man-1844882_1280-aspect-ratio-800-500

Niksen – het bewuste nietsdoen – is iets waar Nederlanders eigenlijk best goed in zouden moeten zijn. Toch is het lastiger dan het klinkt. Zodra er een moment van rust is, grijpen de meeste mensen direct naar hun telefoon of bedenken ze wat er nog op hun to-dolijst staat. Stilzitten voelt ongemakkelijk, bijna alsof je iets verkeerd doet. Maar juist dát ongemak maakt niksen zo waardevol.

Door af en toe bewust niets te doen, krijgt je brein de kans om op adem te komen. Gedachten mogen gewoon komen en gaan zonder dat ze meteen in actie moeten worden omgezet. Dat zorgt voor creativiteit, vermindert stress en helpt om dingen helderder te zien. Vaak komen de beste ideeën niet op momenten van intensief nadenken, maar juist wanneer je ontspannen onder de douche staat of een beetje voor je uit staart.

Toch is het niet altijd makkelijk om toe te geven aan niksen. Er is een diepgewortelde drang om productief te zijn, om elke minuut nuttig te besteden. Maar wat als ‘nuttig’ juist betekent dat je jezelf even toestaat om niets te hoeven? Dat een paar minuten naar de wolken kijken of luisteren naar het geluid van de regen op het raam net zo waardevol is als het afvinken van je takenlijst?

Niksen is geen tijdverspilling, maar een reset. Een moment waarop alles mag en niets moet. En als je dat jezelf gunt, zul je merken dat het niet alleen rust brengt, maar je uiteindelijk ook scherper en energieker maakt. Dus de volgende keer dat je jezelf betrapt op de drang om altijd iets te doen, probeer dan eens… gewoon even niets.

Delen