Vrouwen verzuimen meer wegens ziekte dan mannen. Dat gaat op voor alle leeftijdsgroepen. Onder werknemers van 25 tot 35 jaar is het verzuimpercentage van vrouwen twee keer zo hoog als dat van mannen. Dit meldt het CBS op basis van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van CBS en TNO.

Ziekteverzuim onder werknemers van 15 tot 65 jaar neemt toe met het oplopen van de leeftijd. Onder 15- tot 25-jarigen was in 2016 het verzuim het laagst. In deze groep is het sekseverschil gering, net als bij 55- tot 65-jarigen. In de leeftijdsgroep van 25 tot 35 jaar was het ziekteverzuimpercentage van vrouwen echter tweemaal zo hoog als in de jongere groep en ook het dubbele van het verzuimpercentage onder mannen.
In dit onderzoek is geen rekening gehouden met verschillen in de werksituatie van mannen en vrouwen, zoals de bedrijfstak waarin zij werken en de fysieke en psychosociale arbeidsbelasting. Uit eerder CBS-onderzoek blijkt dat ook als hier wel rekening mee wordt gehouden, het ziekteverzuim van vrouwen significant is hoger dan dat van mannen. Dit verschil is deels terug te voeren op ziekte tijdens zwangerschap en na de bevalling.
Verzuimpercentage
Het ziekteverzuimpercentage is het aantal ziektedagen van een werknemer in het afgelopen jaar, afgezet tegen het totale aantal beschikbare werkdagen van die werknemer. Dit betekent dat rekening wordt gehouden met deeltijdwerk. Voor de 25- tot 35-jarige vrouwen lag het ziekteverzuimpercentage in 2016 op 4,3. Dat wil zeggen dat zij van elke honderd werkdagen 4,3 dagen verzuimden. Bij de mannen waren dat 2,2 dagen.
In de overige leeftijdsgroepen was het verschil in ziekteverzuimpercentage kleiner. Onder 55- tot 65-jarigen verzuimden mannen per honderd dagen gemiddeld nog geen halve dag minder dan vrouwen. In deze groep lag het percentage voor mannen en vrouwen samen wel het hoogst van alle leeftijdsgroepen: gemiddeld 6 van elke 100 werkdagen.
Het ziekteverzuimpercentage is in elke opeenvolgende leeftijdsgroep groter. Voor het percentage mensen dat zich ziek meldt ligt dat anders; dat is onder 25- tot 35-jarige werknemers het hoogst. In deze groep meldde 57 procent van de vrouwen en 46 procent van de mannen zich in 2016 minimaal een keer ziek. In elke oudere leeftijdsgroep was het percentage ziekmelders telkens kleiner. Wel was het percentage ziekmelders onder vrouwen groter dan onder mannen, ongeacht de leeftijdsgroep.
Ouderen langer ziek
Naarmate de leeftijdsgroep ouder is, neemt het aantal dagen van het meest recente verzuim verder toe. Bij een vergelijking tussen mannen en vrouwen valt op dat bij de 45- tot 55-jarigen en de 55- tot 65-jarigen naar verhouding meer mannen vijf werkdagen of langer verzuimen. Daar staat tegenover dat het percentage dat 20 werkdagen of langer afwezig is door ziekte in vrijwel alle leeftijdsgroepen het hoogst is bij vrouwen.
Uit een eerdere CBS-publicatie blijkt dat oudere werknemers vaker aandoeningen hebben die samengaan met een bovengemiddeld verzuim. Zo hebben oudere werknemers vaker te maken met rug-, nek- en gewrichtsklachten en hart- en vaatziekten, terwijl jongeren vaker last hebben van astma en migraine.